Ontwerpersduo Puck & Hans inspireert nog altijd
bezig met laden...
De spectaculaire etalages van modeduo Puck Kroon (1941) en Hans Kemmink (1947), beter bekend als Puck & Hans, waren in de jaren ’70, ’80 en ’90 een begrip. In hun boetieks in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam verkochten ze naast hun eigen collectie ook andere merken.
Minstens tweemaal per jaar stond de winkel aan het Rokin volledig op zijn kop. Andere kleuren, andere inrichting. “Ik fietste er ’s nachts na uit het uitgaan speciaal langs om de items van Jean-Paul Gaultier en natuurlijk hun eigen label te bewonderen”, herinnert stylist Maarten Spruyt zich. Ook mensen die zich de kleding niet konden veroorloven vergaapten zich aan de uitbundige decorstukken en excentrieke etalagepoppen. “O, maar zo duur waren we niet hoor”, zegt Puck tijdens de perspreview van de overzichtstentoonstelling ‘Puck & Hans – couture locale’ in het Amsterdam Museum. “Omgerekend zeker niet: veel klanten doen al ruim veertig jaar met onze kleding.”
Feest van herkenning
En dat blijkt wel, want aan de oproep
Speelse route langs terugkerende thema’s
Van sommige stukken waren de mode-iconen het bestaan zelf al bijna vergeten. “Goh, hadden we dat jurkje ook in die stof gemaakt? Dat wist ik echt niet meer,” zegt Hans. De audiotour werd door hen zelf ingesproken en ook twintig voormalige klanten komen aan het woord. Maar hoe persoonlijk ook, nostalgisch is de tentoonstelling niet. Dat komt doordat Spruyt zich de vrijheid veroorloofde om stukken uit verschillende collecties en seizoenen te combineren in één set. Hierdoor oogt het totaalbeeld modern en fris, en is de route die door de verschillende zalen voert niet chronologisch. In plaats daarvan wandel je als bezoeker langs terugkerende thema’s in het werk van Puck & Hans zoals ‘Waterlelies’, ‘Sexy zwart’ en ‘Birds of paradise’. De speelse houdingen van de poppen refereren naar de etaleerkunsten van het modeduo. Opvallend is dat veel ontwerpen zo weer in het huidige modebeeld passen. “Kennelijk zijn het uiteindelijk toch allemaal klassieke kledingstukken die we maakten, hoe uitbundig ook”, zegt Hans, die voor de gelegenheid gekleed is in een kleurrijk panteroverhemd van Dries van Noten.
Nog één kenmerkende Puck & Hans-etalage
Voor de etalage van hun eerste winkel in Den Haag naaiden Puck en Hans levensgrote lappenpoppen – geld voor etalagefiguren hadden ze niet. Deze poppen werden speciaal voor de tentoonstelling nagemaakt. Eén daarvan is gekleed in een Chinese rode kamerjas en zweeft in lotushouding boven zijn stoel. “Kijk, de anderen zijn al opgestegen”, wijst Hans omhoog, zichtbaar geamuseerd door deze spirituele kwinkslag. Plezier in mode hebben de ontwerpers nog altijd. Het Amsterdam Museum nodigde hen uit om nog één keer een iconische etalage te realiseren. Dit keer niet op het Rokin, maar in het museum, in de historische kamer van het voormalige Burgerweeshuis waar vroeger de Amsterdamse regenten vergaderden. Als thema kozen zij voor ‘Het laatste avondmaal’. De twee centrale figuren zijn onmiskenbaar een jonge Puck en Hans: zij met een grote bos blonde krullen, hij had vroeger ravenzwart haar. Bij de styling kwam het perfectionisme van Hans om de hoek kijken. Meerdere malen werden de poppen uitgekleed omdat het toch anders moest. Puck op haar beurt – naar eigen zeggen ‘geboren met naald en draad in de hand’ – werkte maanden aan het tafelkleed, waarop ze alle namen borduurde van iedereen die aan de tentoonstelling heeft meegewerkt. Het resultaat is een overtuigende installatie die bewijst dat de twee oudgedienden het vak nog niet zijn verleerd.
De tentoonstelling ‘Puck & Hans – couture locale’ is van 9 juni tot en met 3 september 2017 te zien in het Amsterdam Museum.
Beelden:
Homepage foto: door Carmen Kemmink
Foto 1: Puck & Hans etalage, collectie zomer 1987
Foto 2: Jubilee Collection Puck & Hans,
Westergasfabriek, 1993
Foto 3: Marc de Groot, ELLE, 1993
Foto 4: Puck & Hans door fotograaf Carmen Kemmink, 2017